Twee keer op dezelfde dag bezocht ik het. Het reisgezelschap krioelde teveel om me heen en het voelde alsof we samen dezelfde foto’s maakten. Ik wilde Zaha (Hadid) voor mezelf en besloot haar op een rustig tijdstip weer te bezoeken. Dansend om haar ranke verschijning deinsde ik af en toe terug om niet door de scherpe randjes geraakt te worden. De honderden facetogen leken me te bespieden alsof ik niet te vertrouwen ben, wat doolt daar om me heen? Iedere kijkhoek een ander beeld; soms een dominante sprinkhaan die het oude havenhuis in zijn parings-greep stevig vasthoudt met zijn voorpoten, dan weer een diamanten raket die wacht op zijn lancering. Ode aan haar die de voltooiing niet kon meemaken omdat ze blijkbaar ‘elders’ nodig was.